Novidata
Image default
Dienstverlening

De geschiedenis van het notariaat

Het beroep van de notaris is geen nieuw beroep. Door de eeuwen heen heeft het beroep zich ontwikkeld tot wat het nu is. Zoals je nu notariskantoren hebt, zoals Novia notariskantoor, had je in de tijd van de oude Grieken en Egyptenaren ook al mensen die een soortgelijk beroep uitoefenden en belangrijke gegevens en overeenkomsten vastlegden voor de burgers. In deze blog lees je meer over de geschiedenis van het notariaat.

Het begin van het notariaat

In de tijd van de oude Grieken en de Egyptenaren kende men openbare schrijvers die belangrijke gegevens en overeenkomsten vastlegden voor de burgers. Via het Romeinse rijk ontwikkelde dit beroep zich tot het notariële ambt wat we nu kennen.  Rond 1300 werden er in Nederland voor het eerst notarissen gezien. In die tijd voerden vooral geestelijken het notariële ambt uit. Zij bezaten voldoende kennis van het Latijn om deze functie uit te voeren. Langzaam maar zeker werden akten meer in landstaal geschreven, maar vaak bleven er veel  Latijnse termen in de teksten aanwezig. De notarissen werden in die tijd aangesteld door de keizer of de paus.

Secularisatie

Rond het begin van de zestiende eeuw veranderde dit. Vanaf toen regelde alleen nog maar de regionale overheid de aanstelling van de notaris. Later hebben andere wetgevingen ervoor gezorgd dat vanaf 1811 de aanstelling van de notaris een kwestie is voor de nationale overheid. Hierbij zijn tevens de bevoegdheden van de notaris sterk gewijzigd.

Concurrentie

In het verleden, tot aan omstreeks 1800, had de notaris niet het alleenrecht om afspraken en overeenkomsten officieel vast te leggen. De schepenbank vormde een belangrijk concurrent. Voor hun schepen konden burgers namelijk allerlei contracten laten opstellen. Een ander concurrent waren de pastoors. Pastoors waren namelijk bevoegd om testamenten op te stellen. Dit komt omdat het erfrecht sterk door de kerk beïnvloed werd. Deze bevoegdheid van pastoors werd ze ontnomen tijdens de reformatie.

Het archief

Door een kijkje te nemen in oude archieven van notarissen, is er veel ontdekt over wat vroeger zoal vastgelegd werd door een notaris. Zo is uit de archieven duidelijk geworden dat voorafgaand aan 1811 de notarisprotocollen voornamelijk akten van huwelijkse voorwaarden, testamenten, verklaringen en verkoopvoorwaarden inzake onroerend goed bevatten. Vanaf 1811 bevatten de notarisprotocollen ook schenkingen, boedelinventarissen, boedelscheidingen, akten van overdracht van onroerend goed en processen-verbaal van publieke veilingen.